Een eenvoudige boer wordt het slachtoffer van een hebzuchtige grondbezitter in dit sociale melodrama. Bora wordt gedwongen de boerderij op te geven waarvoor zijn vader had betaald wanneer de landeigenaar om een hypotheekbewijs vraagt dat nooit is gegeven. Hij verliest zijn vee en stuurt zijn jonge zoon om als loopjongen te werken bij de gemene huisbaas. Bora's ultieme vernedering vindt plaats wanneer hij gedwongen wordt politieke spandoeken op te hangen die de deugden omarmen van de man die hem van zijn land verdreef en zijn leven ruïneerde.